Een virus is een infectie, bacterie, schimmel of parasiet.
Lichaam wordt beschermd tegen infecties door:
- Huid beschermt: Opperhuid + Laagje talg op huid
- Slijmvlies in wand van longen en darmkanaal
- Maagsap bevat zoutzuur > doodt bacteriën
- Koorts: versnelt afweerreacties
- Bacteriën kun je bestrijden met antibiotica (zoals penicilline)
Ziekteverwekkers bevatten lichaamsvreemde eiwitten = antigenen
- Sommige witte bloedcellen maken bacteriën onschadelijk door ze in te sluiten
- Sommige witte bloedcellen maken antistoffen om ziekteverwekkers aan te vallen
Een virus is een super-klein organisme (alleen onder de microscoop zichtbaar) dat zich in levende cellen kan vermenigvuldigen. Ze hebben die andere cel nodig om te kunnen leven (dat is ook direct een verschil met een bacterie). Virussen veranderen de stofwisseling van de cel waarin ze zich bevinden. Alleen om op die manier aan voedsel te komen om zich te kunnen vermenigvuldigen: hun gastheercel maakt dat voedsel aan en overleeft in veel gevallen deze verandering in functie zelf niet.
Een virus doden
In tegenstelling tot bij een bacterie helpt antibiotica niet bij een virusinfectie. Er bestaat slechts een beperkt aantal virusdodende geneesmiddelen. De beste oplossing is dus het voorkómen van een virusinfectie. Dat gebeurt door middel van een inenting. Een andere moeilijkheid bij het tegengaan van virusinfecties is dat er heel veel verschillende soorten virussen zijn. Tegen de tijd dat de wetenschap een antistof heeft gevonden, is er alweer een nieuw virus met een andere samenstelling, en kan men weer naar een nieuwe antistof op zoek.